Het medisch bedrijf – een bedreiging voor de gezondheid?

Het recht op gezondheid volgens Ivan Illich 

Mensen hebben recht op een schone leefomgeving. Ze hebben recht op gezond eten. Recht op frisse lucht. Door het ‘recht op gezondheid’ vast te leggen in wetten kunnen we meters maken op het gebied van preventie en volksgezondheid – aldus sommige gezondheidsdeskundigen. Health in All Policies.

Voor een project herlas ik het (oude) boek Grenzen aan de geneeskunde van Ivan Illich (1978). De maatschappijkritische Illich schreef ooit ook over het recht op gezondheid. Maar hij bedoelde er totaal iets anders mee. 

Kan Illich’s begrip van recht op gezondheid nog inspireren? Hebben we er iets aan? Een gedachtenexperiment.

Wie was Ivan Illich

Waar blijf je met een maatschappijcriticus? Het zijn de jaren tachtig niet meer – dus we hoeven ons niet meer af te vragen of we met deze auteur een socialist in huis halen. Of een liberaal. Of een atheïst. De auteur laat zich niet voor één karretje spannen. 

Dit stuk gaat ook niet over ‘wat Ivan Illich ervan zou vinden’ dat gezondheidsdeskundigen steeds vaker het gewone leven tot hun werkterrein verklaren. Illich streed tegen het medicaliseren van het gewone leven – en de dood. Hij opponeerde tegen het monopoliseren van deskundigheid in welke vorm dan ook en schreef daar nóg een ander kritisch boek over (Deschooling Society, 1971). 

De inspirator van o.a. Hans Achterhuis (de markt van welzijn en geluk, 1979) noemt het medisch bedrijf en het monopoliseren van medische deskundigheid dé bedreiging voor de gezondheid van mensen in Westerse landen. Met behulp van een drievoudige analyse van deze ontwikkeling – hij heeft het over klinische, sociale en structurele iatrogenese – overtuigt hij zijn lezers.

Met termen als ‘diagnostisch imperialisme’ en ‘geneesmiddeleninvasie’ beschuldigt Illich de Westerse gezondheidszorg ervan Rupsje Nooitgenoeg te zijn – waar de mens nooit beter van zal worden. 

Het perspectief van de criticus Illich spreekt tot de verbeelding. Tweehonderd pagina’s kritiek en nomenclatuur van het revolutionaire soort. Dan de oplossingenkant:

Het recht op gezondheid volgens Ivan Illich

Illich spreekt niet over het recht om gezond te zijn maar over het recht om zelf over gezondheidszorg te beschikken; Hij pleit onder andere voor regels en wetten die de autonomie van mensen kan vergroten. Belangrijker, hij wil beroepsmonopolies verkleinen. Naast het monopolie op deskundigheid zou ook het monopolie op het gebruik van technieken of instrumenten verboden moeten worden. 

Mensen moeten in staat worden gesteld eigen afwegingen te maken; volledige informatie daarover ontvangen en zelf kunnen beschikken over technieken om hun gezondheid te verbeteren. Ten slotte pleit Illich voor publieke verantwoording en toezicht op de handel en wandel van heelmeesters en – ultimo – wetgeving die het publiek een stem geeft bij het verkiezen van de heelmeesters. 

‘Hoewel er ernstig gevaar bestaat dat het komende debat de huidige frustrerende medicalisering van het leven zal bestendigen, zou het debat toch nog vruchten kunnen afwerpen als de aandacht gericht werd op de medische Nemesis, als het herstel van persoonlijke verantwoordelijkheid voor gezondheidszorg centraal kwam te staan, en als beperkingen van beroepsmonopolies tot het voornaamste doel van de wetgeving werden gemaakt. (…)

In plaats van de autorisatiebevoegdheid van gespecialiseerde opperlieden en regeringsbureaus te versterken, zou de nieuwe wetgeving het publiek een stem moeten geven in de verkiezing van de heelmeesters die een taak te verrichten hebben in met belastinggelden betaalde gezondheidsbanen. In plaats van hun gedrag te laten beoordelen door organen van toezicht uit hun eigen beroep, zou de nieuwe wetgeving hen laten beoordelen door de gemeenschap die ze dienen.’ 

Recent voegde auteur en voormalig arts Jim Reekers een vierde element toe aan de analyse van Illich – overigens zonder te verwijzen naar de klassieker. Hij staat stil bij de negatieve gevolgen van verstikkende organisatiecultuur, groepsdruk en de subtiele uitsluitingsmechanismen van het medisch bedrijf op het functioneren van de geneeskunde en de betaalbaarheid en geloofwaardigheid van de zorg als geheel. 

Ook Reekers verwijst naar de potentie van publieke verantwoording en transparantie, o.a. in het domein van klinische studies en het domein van toezicht en verantwoording (In: De medische omerta, over horen zien en zwijgen in het zorgstelsel, 2023). 

Verdund bleekwater’

Kan dit perspectief nu nog iets opleveren? Wie Illich tot ‘s werelds eerste wappie wil verklaren kan daarvoor gegronde redenen aandragen – denk aan de fabeltjesfuik, chloordioxide en hedendaagse psychonauterij. Is het de mens wel toevertrouwd zelf te bepalen wat goed voor hem is?

Aan de andere kant, transparantie en publieke verantwoording over de besteding van publieke middelen is niet ouderwets, toch? En de ongebreidelde groei – waar hij voor waarschuwde – is er gekomen. 

Wie bepaalt eigenlijk of het nuttig is om de pensioenpot van arbeiders uit de metaalsector te gebruiken om jonge biotechbedrijven te financieren? En wat heeft een gepensioneerd metaalarbeider met trombose daaraan? Mag het ooit ‘een onsje minder wezen?’ (Klok, 2023). 

‘Investeringsmaatschappij Gilde Health vond pensioenfondsen PME en PMT bereid om kapitaal beschikbaar te stellen met de bedoeling dat deze bedrijven zullen bijdragen aan meer efficiëntie en kostenbesparing in de zorg. De doelstelling hielp zeker om het kapitaal op te halen, aldus Gilde Health’ (FD, 19 april, 2023).

Een lang verhaal kort: het recht op gezondheid kan een basis zijn voor meer transparantie en autonomie in de zorg. Althans – in de woorden van deze klassieker. 

Ook verder lezen in stoffige boeken uit de jaren ’80? 

Ivan Illich, (1978, eerste druk). Grenzen aan de geneeskunde. Het medisch bedrijf – een bedreiging voor de gezondheid? Het Wereldvenster, Bussum. Oorspronkelijke titel: Medical Nemesis – The expropriation of HealthLondon, 1975. Citaat: p. 292-294. 

Ivan Illich, (1971). Deschooling Society. Harper & Row.

Hans Achterhuis. (1979). De markt van welzijn en geluk. Ambo, Baarn.

Toine Kreykamp (red.). (1974). Waar blijf je met Ivan Illich, situering en oefening. Het Wereldvenster, Baarn. 

Jim Reekers (2023). De medische omerta. Over horen, zien en zwijgen in het zorgstelsel. De Arbeiderspers, Amsterdam

Klok, E. (2023). Veneuze trombo-embolie anno 2023: mag het een onsje minder wezen?. Leiden: Universiteit Leiden.